Amnesty International meldt in een nieuw rapport dat autofabrikanten BYD, Mitsubishi en Hyundai het slechtst scoren op het gebied van mensenrechten bij de productie van hun elektrische auto's.
Volgens de Mensenrechtenorganisatie stelt mijnbouw gemeenschappen bloot aan uitbuiting, gezondheidsrisico's en schade aan het milieu. Deze schade wordt veroorzaakt door de snelle uitbreiding van mijnen voor de winning van metalen zoals kobalt, koper, lithium en nikkel, die worden gebruikt in batterijen.
Azië versus Europa en de VS
In het nieuwe rapport ' Recharge for Rights : Ranking the Human Rights Due Diligence Reporting of Leading Electric Vehicle Makers' beoordeelt Amnesty de prestaties van bedrijven op criteria als toewijding aan naleving van mensenrechten, procedure voor het identificeren van risico's, in kaart brengen van de toeleveringsketen en rapportage- en herstelmaatregelen, met een score van maximaal 90 punten.
Geen van de 13 grote EV-fabrikanten scoorde hoger dan 51 op Amnesty's due diligence-beoordeling van mensenrechten. Onderaan de lijst staat het Chinese bedrijf BYD, dat een 11/90 kreeg. Het Duitse Mercedes-Benz scoorde het hoogst, met 51/90 punten.
Na BYD scoren Mitsubishi (13) en Hyundai (21) het slechtst, gevolgd door Geely Auto (22), Nissan (22), Renault (27) en General Motors (32). Ford (41), BMW (41), VW Group (41), Stellantis (42) en Tesla (49) situeren zich op hun beurt in de buurt van het resultaat van Mercedes-Benz.
'Alarmerend en wijdverbreid'
Volgens Amnesty zijn de mensenrechtenschendingen die verband houden met de winning van mineralen voor de energietransitie “alarmerend en wijdverbreid” en “schiet de reactie van de industrie ernstig tekort”, aangezien gemeenschappen te kampen hebben met gedwongen uitzettingen, gezondheidsproblemen door vervuiling en moeilijke toegang tot water.
Als landen waar de rechten van inheemse volken worden geschonden, noemt Amnesty de Democratische Republiek Congo (DRC), de Filipijnen, Indonesië, Argentinië, Bolivia, Chili en Canada.
Te beperkt of vaag bewijs
Amnesty zegt dat er weliswaar enige vooruitgang is geboekt sinds het eerste rapport in 2017 werd gepubliceerd, maar dat de algehele scores een enorme teleurstelling zijn. Het verwacht ook dat sommige inheemse volkeren nog meer onder druk komen te staan, nu de vraag naar elektrische voertuigen groeit. Daarom roept het fabrikanten ook op om mensenrechten te respecteren, wat geen "holle frase is, maar een kwestie die ze serieus nemen."
Over het geheel genomen stelt Amnesty dat de betrokken bedrijven nog steeds te beperkt of vaag bewijs leveren dat ze mensenrechten respecteren, wat de reden is voor de lage score. Informatie over hun risicobeoordelingen en stakeholderbetrokkenheid is ook te beperkt en de bedrijven zijn weinig transparant over de toeleveringsketen. "Dit laat zien dat ze nog een lange weg te gaan hebben voordat ze voldoen aan internationale normen", aldus Amnesty.
Tot slot roept Amnesty regeringen op om hun eigen verplichtingen op het gebied van zorgvuldigheid op het gebied van mensenrechten te verscherpen voor bedrijven die op hun grondgebied gevestigd zijn of voor hun export- en importvergunningen.
Reacties
Klaar om deel te nemen aan het gesprek?
Je moet een actieve abonnee zijn om een reactie achter te laten.
Meld u vandaag aan