Al twee decennia lang is het dashboard van de auto een strijdtoneel tussen de technologische industrie en traditionele fabrikanten. Nieuwe cijfers suggereren dat de eerste het gewonnen heeft van de bestuurder, maar autofabrikanten zijn nog lang niet klaar om zich gewonnen te geven.
Uit een onderzoek van 'Ikwilvanmijnautoaf.nl' onder 1.000 Nederlandse automobilisten blijkt dat meer dan de helft van hen voornamelijk vertrouwt op Google Maps voor navigatie in de auto, rechtstreeks op hun handset of via het infotainmentscherm van de auto.
Iets meer dan een kwart gebruikt nog steeds het ingebouwde systeem van de auto, terwijl apps zoals Waze op 15% blijven steken. TomTom, ooit een begrip in Europa, houdt vast aan een aandeel van 6%. Minder dan drie op de 100 bestuurders zegt helemaal geen navigatie te gebruiken.
Niet langer een verkoopargument
De cijfers laten een duidelijke verschuiving zien sinds de hoogtijdagen van draagbare satellietnavigatie. Waar een TomTom-apparaat ooit als onmisbaar werd beschouwd, kiezen bestuurders tegenwoordig massaal voor gratis apps die constant bijgewerkte kaarten en real-time verkeersinformatie bieden.
Dealers melden dat ingebouwde navigatie niet langer wordt beschouwd als een verkoopargument in tweedehands voertuigen, vooral als het systeem meer dan een paar jaar oud is. In de praktijk zien veel eigenaren het over het hoofd en grijpen in plaats daarvan naar een telefoonhouder.
TomTom is echter nog niet klaar om stilletjes van de consumentenmarkt te verdwijnen. Deze week kondigde het Nederlandse bedrijf plannen aan om de markt opnieuw te betreden met een nieuwe rijassistent, simpelweg Tom genaamd. Het is een automatisch geactiveerde zoemer die waarschuwt voor flitsers en files. De assistent is niet afhankelijk van navigatie om waarschuwingen te geven, maar kan wel fungeren als een turn-by-turn navigator.
"CarPlay mythe"
Voor autofabrikanten is het verhaal ingewikkelder. Sommige autofabrikanten, waaronder Toyota en Dacia, zijn gestopt met het ontwikkelen van hun eigen infotainmentplatforms voor goedkopere modellen en kiezen in plaats daarvan voor Apple CarPlay en Android Auto om de smartphone-functionaliteit op het dashboard te spiegelen.
Anderen, met BMW voorop, houden vol dat de veronderstelling van universele smartphone dominantie overdreven is. Stephan Durach, senior vice-president voor gebruikerservaring bij BMW, is zelfs zo ver gegaan om het de "CarPlay-mythe" te noemen. In een interview met BMW Blog zei hij dat uit gebruiksgegevens van meer dan tien miljoen auto's blijkt dat bestuurders weliswaar vaak hun telefoon aansluiten, maar dat ze CarPlay meestal gebruiken voor muziek of berichten in plaats van navigatie.
Volgens Durach blijft BMW's eigen iDrive systeem de voorkeur genieten voor het uitstippelen van routes, dankzij de stembesturing en nauwere integratie met de hardware van de auto.
Stijgende oppositie
De houding van het bedrijf gaat niet alleen over gebruiksvriendelijkheid. Onder de oppervlakte ligt een strijd om gegevens en controle. Apple of Google toestaan om de digitale omgeving van de auto te domineren betekent dat je waardevolle informatie over rijgedrag en locatiegeschiedenis moet afstaan. Voor fabrikanten zijn deze datasets een potentiële inkomstenstroom die ze niet graag opgeven.
De strijd om infotainment en navigatie culmineert in Apple's aankomende CarPlay Ultra, dat zijn bereik uitbreidt van infotainment tot zelfs digitale instrumentenpanelen. Na BMW, Mercedes en Audi voegt ook Ford zich bij de oppositie.
Tegen nieuwssite The Verge zei Jim Farley, CEO van Ford, dat de dingen "rommelig" worden als Apple de controle krijgt over de volledige gebruikersinterface. Deze autofabrikanten zullen het niet ondersteunen. Sommige autofabrikanten, zoals Tesla en Rivian, hebben dat nooit gedaan. Ook General Motors twijfelde en besloot zijn ondersteuning voor Apple CarPlay te verminderen.


